1 julij
In deze middag heb ik met de Landmeeter van der Laan het kerkhof gemeeten, en de groote
der Kerk bereekent voor zo verre dezen met Graave bezet was, om naar deze groote, een
land buiten de stad aan te koopen waar op volgens Dekreet van de Prov. Staaten van
Holland, in t vervolg zou begraven worden. Nota: De Commissie bevorens genoemt is
uitgesteld geworden tot Zondag, op dat zulks een nieuw voorstel zijnde tot Zondag moest
voorgehangen blijven.

5
Schoon in de Lijdsche Coutanten den derden dezer een Fransche Remerem-
tant Richard bij haar Hoog Moogende klagten had gedaan, over de onbehoor-
lijke gedraagingen van de Clubs (Sociteiten) zijzelv Sater actie van een Prendent en
Secretaris van zodanig een Club te Utregt gevraagt wegens hunne aanhitsingen van
het volk, en zelf den Franse soldaat tegen de Regenten van het voorig bestier t schoon
dit op den 3 opentlijk was bekend gemaakt, en nog al van invloed scheen te zijn op de
Jverigste alhier, egter verkreegen dezen in de Sociteit Broederschap dat een
Commissie van 3 persoonen (eene Obdam Staalenhoef en Kijzer) op Dingsdag
voor de Munnicipaliteit zouden gaan om aan te dringen, dat de 3 Persoonen
te voor en weder beampt, weder ontzet zouden worden, dat alle zogenaamde Orange
Amptenaaren, zouden onderzogt, en afgezet worden, als mede worden na
gegaan het gedrag van alle amptenaren sints de omwenteling van 1787, in posten
gestelt.
Dit gedrag is mij te minder begrijpelijk geweest daar maar thans in deze stad algemeen
werkten tot het in stand brengen van wijkvergaderingen, waar toe een ieder
van welke gevooellens ook, zou toegelaaten worden om de algemeene Broeder
schap te bevorderen

8
Door de Buurtmeester van mijn buurt nevens anderen gevraagt zijnde om ’s avond bij een te
koomen, werd het Concept plan tot het daar stellen van een wijkvergadering, voor onze wijk
voorgelezen, zullende over aanmerkingen daarop gevallende, en de volgende vergadering
over 8 dagen beslooten worden.

11
Is hier in gekoomen een Regiment Hollandsche Militaire, om in deze stad georganiseert
te worden, wordende dezelve allen in kaserne geinkwartiert.
Ook werden er dez dag door alle de Buurtmeesters billietten rond gegeven
ter stemming van een Persoon tot het Financieel, en Politique onderzoek wegens de gedragin
gen der Leeden van het voorige gestelt in gevolge een decreet 22 x 24 junij bij
die Staaten van Holland genoomen. Zullende uit elk der te vooren 18 stemhebbende steeden
en 6 van het Platte Land daar toe gekoomen worden, op den 15 daar aan
volgende, is bij meerderheid van Stemmen tot deze post verkoozen eene Jacobus de Rooij
Remonstrans predikant alhier, hebbende ik mijn stem niet gegeven.

15
Deze morgen werd het alhier leggende Hollandsche voetvolk georganiseert, t welk
geschieden op de Paardemarkt, en hier in bestond dat den soldaat voorgeleezen werd
welke officieren hij voortaan zoude hebben te gehoorsaamen.
In gevolge de woeling der Heethoofdige vervolgers bevoorens gemeld, werd deze
middag in de Munnicipaliteit door de President van’t Committe van Algemeen welzijn een
Lijst ingelezen, van alle de Steedelijke Amtenaaren, naar welk lijst men van
een af, de beampte persoonen naging wegens hun vroeger gedrag en denkwijs, ten
aanzien van het Stadhouderschap.
De Munnicipaliteit met opens deuren gehouden wordende zo was de toeloop van aanhoorders
zeer groot, waar van veele tot die geene behoorden die op het ontampten van Orange
gezinden heevig hadden aangedrongen. Elf Burgers werden thans om hunne vroeger
gevoellens van hunne ampten en kostwinningen ontzet, schoon men nauwelijks de helft
der Amptenaaren in deze middag konden onderzoeken om dat er zo veel tijd mede
verliep, zullende de verdere over 8 dagen deze Politike Revu moeten passeeren.
Elk amtenaar die door de Munnicipaliteit geoordeeld werd onwaardig te zijn om zijn ampt
langer te kunnen bedienen, werd onder het gestamp en de goedkeuring van veele der
aanhoorders. Voor vervallen verklaard.
Deze ontampting, verre van mijne goedkeuring te hebben, zelf van de aanvang af, heeft
mij met verontwaardiging vervult, voor alle de zo danige die hier van bewerkers
zijn geweest, hebbende ik op alle moogelijke wijze getragt zulks af te keeren.
De Leeden der Munnicipaliteit voor zo ver ik met dezelve omgang had, heb ik heevig
deze ontampting ontraaden en schoon veele van deze zulks met tegen zin hebben gedaan
zo kan ik egter hun niet voor onschuldig houden aan het daar stellem van zo veele
ongelukkigen, om dat zij lafhartig genoeg zijn geweest, aan de eisschen van eenige
schreeuwende Slegthoofden gehoor te geven. daar zij zulk een eisch nooit bij het
grootste deel der Burgerij van wien zij aan gestelt  waaren, ontmoet zouden hebben
zo zij moeds genoeg hadden gehad om deze daar bij stemming over te koomen.
De aanmerkingen, die ik bij deze Remotie gemaakt heb, zo wegens derzelve nuttelooshijd naadeligheid
en partijdigheid, zijn te veel, om hier neder te stellen, en schoon ik mij niet ontzie hebbe
om veele deze aanmeningen tegen allerige Persoonen opentlijk te maaken, zo wel voor dat
dezelve Plaats had, heeft men mij egter als Eijkmeester eerder met lof dan met minagting
in mijn post laaten verblijven.

Deze avond (15 julij) weder wijkvergadering bijwoonende zo ondervond ik al daar zulk een
geest van gemaatigheid en bedaardheid dat ik mij niet wilde onttrekken het President-
schap bij provisie voor en maand aan te neemen.

21
Zeldzaam is het te voorzien waartoe een kleine daad al strekken kan.
De bedaarde Burgerij meer en meer hoorende misnoegt zijn over de Remstie op den
15 dezer begonnen, en verscheide Leeden der Munnicipaliteit, zig hoorende beklaagen
dat die Remstie, niet het werk der Burgerij maar dat van eenige Lieden was met
de Sociteit Broederschap, en van verscheide Lieden aangezogt zijnde, om
desweegens iets te helpen uitvoeren. Ter verdere voorkooming van zulk eene Strafoef-
fening, zo kwam ik naar eenige andere weegen aan de hand gegeven te hebben tot
het doen van het volgende verzoek, t welk door C.W. de Keen en Joh. Van Leeuwen, als
mede uitvoers goedgekeurd, voorts werd door gezet.

(copij)              Vrijheid               Gelijkheid
                                 Broederschap.
De ondergeteekende stemgeregtigde Burgers dezer Stad aan de Reprezentanten van de
Burgerij van Alkmaar den 21 julij 1795.

Medeburgers!
Op woensdag den 15 dezer hebt gij aangevangen, het ontampten van eenige Stads
Amptenaaren, daar toe aangezet door een gedeelte der Leeden uit de Sociteit
Broederschap alhier.
Wij ondergeteekende zijn van oordeel dat zulk eene Remotie, die niet uit 4 zelven
(want als dan waartd gij er aanspraakelijk voor) maar door den zitting van eenige
Persoonen buiten te geschied, aldus tegen het recht dezer Burgerij aanloopt, dat
eene Remotie zoals deze volstrekt niet anders kan noch mag geschieden, dan na
eene duidelijke openbaar blijkende wil van de meerderheid dezer geheele stemge-
regtigde Burgerij.
En ’t is uit hoofde van dit algemeen Burgerrecht, dat wij U verzoeken het vervolgen
dezer Remisten, alsmede het vervullen der posten van de reeds ontzette Ampte-
naaren (voor zo verre deze nog niet door U vervult zijn) tot zo lange te staaken
tot U de wil dezer stemgerechtigde Burgerij bij geschrifte duidelijk en beslissende
volgebleeken te zijn.

                     Medeburgers
                Heil en Broederschap!
Dit verzoek, onderteekend door 121 gezeete aanzienlijke Burgers alle bekend de Patriot
tische partij toegedaan te zijn, van welke in geene deele gezegt konde worden dat zij
met eige inzigten werkzaam waaren, werd deze middag door mij en van meest alle
vergezeld, met de volgende Aanspraak, aan de Munnicipaliteit overgegeven.
Burger Representanten
’t Is of Gij, of de geheele Stemgeregtigde dier 121 burgers af te keuren (schoon hunne
vergadering zelve onwettig was) komt er op voordragt van de Burger W. Schut van huizers[?]
wegen, een nader Declantoir omtrent de ontampting, ’t Geen een minder strenger ver-
volging bevatten.
Dit Declantoir wilde men dat de 121 teekenaars zouden goedkeuren, en dus hun verzoek agter
houden, Op de afschildering van gezegde W. Schut dat dit het eenige middel was om
de grootste verwijdering in de Burgerij voor te koomen Liet ik nog zo veel de tijd toe
liet, de teekenaars bij een vragen, doch daar men verstandig bleef in het verzoek
te doen, zo werd het ook met voorgaan van de hier voor geplaaste aanspraak ’s mid-
dags te half 4 aan de Munnicipaliteit overgegeven. Waar op ook de voorn. W. Schut het
nader Declantoir, voor las, welk beide stukken tot de volgende dag (zijnde de dag
waar op de Remotie weer moest vervolgt worden) in adres werden gehouden.

22
De Munnicipaliteits Leeden op de gisteravond in een afzonderlijke bijeenkomst de beide
ingekoome stukken van den 21e overwoogen hebbende bragten deze middag in hunne
extra vergadering deze Rezolutie uit. Dat de Remotie voort zou gaan.

Dat de plaatsen onvervuld zoude blijven tot de geheele Remotie afgeloopen was.
En dat als dan de goedkeuring der Burgerij over deze remotie gevraagd zou worden
Dat het ingeleverde verzoek verder van invloed op de Temotie zelven was, bleek hier uit
dat uit een grooter aantal beampten thans maar 3 Persoonen ontwerden zijnde twee
van deze in veele reedelijke opzigten slegt

23
Mijne Antagonist (waar van gesproken is) op Dinsdag de 21 dezer de geregtelijke Insumiatie
gezonden hebbende, om op eenige vragen die als beschuldiginge tegen mij in mijn V. Schrift
zog voor deeden om dat er op cordaat te antwoorden, en een antwoord bekoomende
dat wel eenige verschooning van hem bevatten dog niet aan mijn oogmerk voldeet, zo daagde
ik dezelve op deze dag, voor de Prezident Scheepen, alwaar dezelve reeds tot zulke
voldoeningen kwam, als ter mijnen genoegen volkoomen strekkende zoude kunnen zijn.

25
Deze namiddag ander maal met de hier vooren genoemde Jan Lens bij den Praci-
dent zijnde, nam deze aan op Morgen opentlijk in de Sociteit Broederschap, alles
te herroepen wat hij ten mijnen nadeele gezegt had,

Het Placaat wegens eene geforceerde Geldligting thans uitgekoomen zijnde en daar heen
gaande, dat er een 16 penn: van elks bezittingen x ampten opgebragt moest worden
in 3 Termijnen voor 11 aAugustus, 15 October en Dec. Baardeb eene algemeene versla-
genheid bij den gezeete Burger, Niemand kon bevatten hoe men aan deze zo verbaazende
eisch zou kunnen voldoen, en dat in een tijd dat de handel als genoegzaam stil
stond, de handwerken en fabrieken kwijnde de leevens behoefte verbaazend duur waaren
(kostende thans een zak tarwe 16: en een zak Rogge 12gl) en den Burger mog al
voor inkwartiering bezwaard bleeff.

26
Deze morge voldeet de voorn. Jan Lens aan mijn eisch bij de Prezident Scheepen gedaan, en her
riep zijne gezegdens opentlijk ij de Sociteit Broederschap. ’t Geen veele ban de zijne zeer van
hem verwijderde, en Blijkkende verders dat het gedrag van deze en het gedaane verzoek van zeer veel
invloed op het beste deel der Leeden was daar men in deze morgen aldaar een Vise Praesi-
dent zullende benoemen, een ieder der benoemde voor die Post zag bedanken, en veele Leeden
hunnen naamen lieten door haalen.
naar augustus 1795

naar begin