1 Mai 1796
J.H. Ruis, J.P. Goudsblom, P. Panneboeter H. Vlasblom, Wm Bolte, J. Walraven
en C.W. Keen, begaaven zig deze namiddag voor de Commissie ter aanhooring

der reedenen van den geenen die ontslag begeerdeb.
Die van H. Vlasblom en J. Walraven werden aangenoomen, en dus
deze beide persoonen van het stadsbestier ontslagen, Dog de reedenen der anderen
5 werden noet voor voldoende gehouden dus men derzelver ontslag niet toe kon staan.

2

Het nieuwe Stadsbestuur verkoos in gevolge het Reglement uit zig een kamer van algemeen
welzijn, waar van P Panneboetervoorzitter was, tevens voorzitter van het Stadsbestuur
vervolgens buiten zig een Hoofdofficier en de leeden tot de Justieite, wordende
op nieuw der Burger van Groot tot HoofdOfficier verkoozen, schoon het verstandigste
deel der Burgerij hem tot deze post niet geschikt achten.
Verders werden een Commissie van Fabrikasie benoemt, waar ik mede 2 persoonen bui/

Ten het Stadsbestuur geplaast werden, met 2 leeden uit het bestuur.

Volgens het nieuwe reglement, gestelt zijnde dat

Alle Amptenaaren slegts voor een jaar vast waaren. Zo nam het Stadsbestuur aan -----

mt deze op nieuw aan te stellen, beginnende met de Weeskamer.

Het zij dat hier omtrent een heimelijk overleg of slegt onbedagtzaamheid plaats had althans
twee van de voorige bestierders werden thans voorbij gegaan, waar van den eene Pr. Voller bekend

stond van niet alleen een die zeer geschikt en bekwaam persoon te zijn maar die in vroeger
tijd dezen Weeskamer ter order had gebragt.

15

In Amsterdam was thans zulk een beroering dat, er van weegen de Conventie en het
Provinsiaal bestier troepes naar deze Stad werden afgezonden, dog door tusschen schik-

kingen werden dezelve niet binnen gelaaten maar bleeven buiten de Stad geinkwartiert.

17
Dezen dag werd de trom alhier geroert, waar bij zig eene Stads bode, en de bode der schutte-
rij zig bevonden, om de Burgerij volgens een last van het Provinciaal bestier, elk
Burger tot vrijwillige gewaapende uittogt te noodigen.

18

Een commissie van 4 persoonen uit het Stadsbestuur begaaven zig deze avond om
half zeven uuren na fde groote kerk, om elk der geene die tot eene vrijwillige gewaapende
uittogt geneegen was aan te neemen.
Na dat  een derzelve het decreet der Conventie en de daar in voorkoomende voorwaardens
geleezen had begaf zig deze commissie in de kerkekamer alwaar verscheide persoonen zig
aangaven.

1 junij
Door een gedrukt billiet geinsimmeert om op den 2 junij te verschijnen voor de commissie
benoemt tot het nazien des quitantien van de 16e pen, zo werd mij toegestaan deze
avond te verschijnen om dat ik den 2e uit de Stad moest.
ik vond van de 8 persoonen prezent,
J. Groen
A. Kok,
W. Bolte,
G. v. Takkenberg,
J. Goudsblom,
K. Bakker en
J. Wentel.
Gevraagt zijnde of ik betaalt en quitantien had zo gaf ik dezelve over, verders gevraagt
of ik op het gefourneerde de eed begeerde te doen of enn commissie verkoos ter
naziening zo verkoos ik den Eed, die mij werd voorgeleezen, en door mij gedaan
waar op de quitantien zonder ingezien te worden, op de Rug werden vertoont
en mij een Declaritair gegeven dat ik den eed gedaan had, waar
na deze zaak was afgeloopen.
Bij het fournessement van de 50 en 2 maal 100 pen. Onder het voorgaande bestuur
deed men alleen den Eed, thans moest men ten minste b--- doen dat men
iets betaalt had, hebbende deze commissie de magt om bij twijffel van deze of geene
Persoon, des zelvs Fournissement uit te zien en nader te beoordeelen.
Het voorgaande bestier had vrijgelaaten elk die geen 2500Gl. gegoed was, of een
ampt had dat slegts 300 Gl opbragt thans was niemand vrij īt geen meenig
kleine amptenaar die in diepste verleegenheid stelden. Zijnde in mijn oogen
de billiheid van het voorgaande bestier de veel regtvaardigen, als van het
tegenwoordige.
Hoe zwaar deze geldheffing ook geweest was, egter verscheen er thans weder op nieuw
een publicatie, tot een andere geldheffing die voorloopig  beschouwt niets minder
drukkende zoude zijn.

5
Deze morgen vertrokken de hier ingekwartiert hebbende Waldeksche troepen na īs hage
De Officieren en Soldaaten van dat voor dapper bekend staande Regiment hadden zig
heel voorbeeldig gedragen, in orde en bescheidenheid, bestendig te doen blijken waar door
dezelve met de algemeene achting vertrokken.

9
Kwamen hier de Nationaale Houzaaren die te Hoorn geinkwartiert waaren geweest.
na een nagt verblijf vertrokken dezelve ook weder naar Zuidholland.
De op nieuw begonnen vijandelijkheeden aan den Rijn deeden al deze Tropes
op marscheeren.

13
Thans werd er van Stads weegen begonnen met de waapens,  aan de Publieke gebouwen te
ontrooven van dezelver gedistinqueerde teken.

Als die van Adelijke Burgemeesterlijke of dito uitdrukkingen. Waarom men thans daar
mede begon, daar er geen nader aanschrijven uit īs Hage over gedaan is, is mij onbegrij-
pelijk geweest. Zo mij gezegd is had zulks zijn oorsprong uit de nieuwe Sociteit, die men
in plaats der oude en wijkvergadering opgerigt had, en waar van veele persoonen die voor
deftig bekend stonden leeden waaren. In mijne oogen was deze verminking dier Wape-
nen, een onbereedennerd bedrijf, uit vooroordeel en kwaatwilligheid voortgesprooten, sommigen
vergeleeken deze verminkingen der waapenen bij de beeldenstorm ten tijde van Fhilips.

27
Deze morgen vroeg vertrok het tot hier toe leggende voetvolk naar Zeeland, koomende
er weder eenige Fransche Houzaaren, zo men zijde op oordonnants.

30
In plaatse van vertrokken Millitairen kwam hier weder het 2e halve Battellion der 6e
halve Brigade.

21 julij
Kwam hier de inkwartiering 5 a 600 Jagers te voet

28
In deze dagen ontving elk Burger een billiet volgens de publicatie van 30 junij van
het Provinciaal Bestuur, om daar in te plaatsen de grootheid zijner Inkomsten
en dan daar na, na de verschillende grootheid der inkomsten, een precents gewijze
belasting te doen.
Ik heb mij in de 12 Classe gesteld op 900 GL. daar bovens, dog beneden duizend Gl.
moetem de van de 800 tien prect. gegeven worden, en van het geenen boven
de 800 twaalf en een half procent, dus voor f 92-10-.
1796 aug-dec
naar begin